Europees Hof geeft vorm aan ‘recht vergeten te worden’

Afgelopen dinsdag heeft het Europese Hof van Justitie arrest gewezen in een zaak tegen Google die tot gevolg heeft dat zoekmachines verplicht kunnen worden verwijzingen naar personen te verwijderen.

In een reactie noemde Google de uitspraak teleurstellend, ook voor online uitgevers. Uit een eerste analyse van het NUV en NDP Nieuwsmedia blijkt dat de implicaties voor nieuwsuitgevers beperkt zijn.

Het Europese Hof besliste in de zaak die handelde over een Spanjaard die via de zoekresultatenlijst van Google in verband gebracht bleef met zijn gedwongen huisverkoop. Dit hinderde hem vijftien jaar na dato nog steeds. Google dient de verwijzingen naar berichtgeving daarover in een Spaanse krant te verwijderen.

De uitspraak heeft primair betrekking op de resultatenlijst van zoekmachines en niet op de publicatie van persoonsgegevens op internet in het algemeen. De berichtgeving van de Spaanse krant kan online blijven staan.

Weging van privacybelang

Het Europese Hof van Justitie licht toe dat verwijdering van links uit een resultatenlijst geen absoluut recht is, maar de uitoefening van dat recht alleen mogelijk is als de belangenafweging in het voordeel van de persoon uitvalt.

Bij zoekmachines gaat het volgens het Hof vooral om een afweging tussen privacybelang van betrokkene en het economisch belang van de exploitant. Bij publicatie op websites vindt eerder een afweging plaats tussen privacy enerzijds en de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid anderzijds.

Gevolgen voor de journalistiek

Vooralsnog lijken de gevolgen voor websites vooral indirect en relatief beperkt blijven als de aanwijzingen van het Europese Hof niet ruim worden uitgelegd. De uitspraak brengt niet met zich mee dat uitgevers op verzoek artikelen dienen te schrappen uit hun nieuwsarchieven of dat personen willekeurige berichtgeving kunnen laten verwijderen.

In de Europese richtlijn die ten grondslag ligt aan de uitspraak van het Hof is een uitzondering opgenomen voor het gebruik van persoonsgegevens voor journalistieke doeleinden. De persvrijheid zou anders in het geding komen.

Ook de nieuwe privacyverordening, die de huidige privacywetgeving aanscherpt, kent een expliciete uitzondering voor de vrijheid van meningsuiting op het ‘recht vergeten te worden’.

Uiteraard kan de uitspraak belemmerend werken voor journalisten als informatie over bepaalde personen minder makkelijk vindbaar is.

Het Hof benadrukt overigens dat verzoeken van publieke figuren om verwijzingen geschrapt te krijgen door zoekmachines minder snel gehonoreerd zullen worden, omdat de rol die een persoon in het openbare leven vervult, zwaar meeweegt. Bijvoorbeeld politici, bestuursvoorzitters of profvoetballers zullen eventuele verzoeken eerder geweigerd zien.

Het NUV zal de uitspraak nader bestuderen.