‘Wetgever moet bepalen welk btw-tarief passend is voor digitale media‘

Het oordeel van advocaat-generaal Juliane Kokott van het Europees Hof van Justitie toont de urgentie aan van een modernisering van de Btw-richtlijn.

Advocaat-generaal Kokott van het Europees Hof van Justitie oordeelde dat de keuze voor het wel of niet mogen toepassen van het verlaagde btw-tarief uitdrukkelijk bij de Europese wetgever ligt.

De Btw-richtlijn bepaalt uitdrukkelijk dat het verlaagde btw-tarief slechts mag worden toegepast op fysieke boeken en kranten. Daarom kan digitale journalistiek alleen door wijziging van deze richtlijn onder hetzelfde lage btw-tarief als gedrukte journalistiek worden gebracht.

Om dit te realiseren, bereidt de Europese Commissie momenteel een langverwacht voorstel voor.

Kokott: ‘Btw-verschil gerechtvaardigd’

In de zaak, waarin het Poolse Constitutionele Hof prejudiciële vragen stelde over de Btw-richtlijn, oordeelde Kokott ook dat het btw-verschil tussen fysieke en digitale boeken en kranten niet strijdig is met het beginsel van fiscale neutraliteit.

Het is duidelijk dat de advocaat-generaal in haar oordeel stug vasthoudt aan de huidige, volgens NDP Nieuwsmedia achterhaalde, Btw-richtlijn. Het oordeel sluit eveneens aan op eerdere uitspraken over het btw-verschil.
Het oordeel van de advocaat-generaal is niet bindend, maar vormt wel een belangrijk advies voor het eindoordeel van het Europees Hof van Justitie.

Europese Commissie bereidt wijziging Btw-richtlijn voor

In voorbereiding op aanpassing van de Btw-richtlijn, nam NDP Nieuwsmedia onlangs onder de vlag van het NUV en News Media Europe deel aan de consultatie van de Europese Commissie.

Omdat digitaal gepubliceerde journalistiek dezelfde maatschappelijke functie vervult als gedrukt nieuws, vindt NDP Nieuwsmedia dat daarvoor ook het 6%-tarief moet gelden. Dit bevordert de toegankelijkheid van nieuwsmedia.

De aangekondigde aanpassing van de Btw-richtlijn wordt ook door Nederland van harte ondersteund.