Kamervragen over analyseren markteffecten bestaande kanalen NPO

Zowel VVD als D66 stellen vragen aan minister Slob over het inventariseren van de marktimpact van bestaande aanbodkanalen van de publieke omroep.

De Tweede Kamer is met een schriftelijke vragenronde de inhoudelijke behandeling gestart van het wetsvoorstel dat de nieuwedienstenprocedure aanscherpt.
De inbreng van de Kamerleden is onder meer gericht op de vraag wanneer de ACM precies in beeld komt om de markteffecten te analyseren en waarom voor landelijke omroepen andere verplichtingen gelden dan voor regionale omroepen.

Huidig publiek media-aanbod

Kamerlid Thierry Aartsen (VVD) stelt de vraag waarom de regering ervoor heeft gekozen om geen markteffectenanalyse uit te voeren op de bestaande kanalen van de publieke omroep. De VVD-fractie is benieuwd naar de eventuele bezwaren daartegen.

Daarnaast schrijft de D66-fractie de suggestie interessant te vinden om de nieuwedienstenprocedure periodiek in te zetten voor het gehele palet van publieke kanalen.

In het wetsvoorstel belegt de regering de inventarisatie van de markteffecten van nieuwe of significant gewijzigde diensten bij de ACM. Van bestaande kanalen van de NPO is de marktimpact echter nooit van overheidswege geïnventariseerd.

Toetsen van gewijzigde kanalen

De ACM brengt straks niet alleen voor nieuwe, maar ook voor significant gewijzigde aanbodkanalen de verwachte markteffecten in kaart. De fracties van VVD en D66 vragen zich af wanneer daarvan precies sprake zal zijn en wie dat bovendien beoordeelt en bepaalt. D66-Kamerlid Joost Sneller werpt de vraag op hoe drastisch dergelijke wijzigingen dienen te zijn, voordat de procedure in werking treedt.

Zwakker regime voor regionale omroepen

Op één punt wijkt de nieuwedienstenprocedure voor de regionale omroepen af van die voor de landelijke. De markteffecten van nieuwe diensten van de regionale omroepen worden door de ACM alleen geanalyseerd als de minister daarvoor zijn discretionaire bevoegdheid gebruikt.

De D66-fractie vraagt of uit de Europese Omroepmededeling 2009 niet dezelfde verplichting voortvloeit voor regionale omroepen als voor landelijke omroepen. Verder vraagt CDA-Kamerlid Harry van der Molen naar de scenario’s waarin de minister besluit regionaal media-aanbod wél door de ACM te laten toetsen.

Analyse, geen advies

Waar het Commissariaat voor de Media en de Raad voor Cultuur op dit moment al een wettelijk vastgelegde adviesfunctie hebben in de nieuwedienstenprocedure, geldt dat straks niet voor de ACM. De mededingingstoezichthouder wordt alleen gevraagd een analyse uit te voeren. VVD en D66 vragen naar de achtergrond van dat verschil. De D66-fractie acht de ACM een geschikte partij om juist wel een uitspraak te doen en oppert de mogelijkheid om van de ACM een advies of aanbeveling te vragen in plaats van een analyse.

Tijdbeslag

Andere fracties werpen nog de vraag op wat de regering vindt van het signaal van de publieke omroep dat de aangescherpte procedure tot aanzienlijke vertraging leidt. Vertraging is echter niet aan de orde, omdat de analyse door de ACM geen extra tijdbeslag vergt. In de huidige procedure adviseren het Commissariaat voor de Media en de Raad voor Cultuur de minister al over nieuwe diensten van de publieke omroep. De analyse van de ACM zal gelijktijdig gaan plaatsvinden met de bestaande advisering door de beide organen.

De minister zal de Tweede Kamer binnenkort antwoorden.