EHRM: Journalistiek brongeheim geldt ook als bron bekend is

Het EHRM heeft in het arrest Becker bepaald dat het journalistieke brongeheim ook geldt als de bron al heeft bekend de bron te zijn.

De Noorse journaliste Cecilie Becker schreef in 2007 een artikel voor de Noorse krant Dagens Næringsliv over mogelijke financiële problemen bij oliemaatschappij DNO. Na publicatie van het artikel kelderde de beurskoers van DNO.

De bron van Becker bekende dat hij de bron was en werd vervolgd voor marktmanipulatie en voorkennis. Hij zou Becker hebben gebruikt om de beurskoers van DNO te beInvloeden.

Journaliste opgeroepen als getuige

De Noorse rechter wilde informatie over de communicatie tussen Becker en de bron en riep Becker op als getuige. Becker weigerde omdat zij van mening was dat zij vanwege het journalistieke brongeheim niet hoeft te getuigen over het contact met haar bron.

Volgens de Noorse rechter kon Becker zich niet kon beroepen op het journalistieke brongeheim omdat de bron al had bekend de bron te zijn. Becker procedeerde door tot aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Het journalistieke brongeheim is onderdeel van de vrijheid van meningsuiting, vastgelegd in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

EHRM: ‘Algemene principes brongeheim van toepassing’

Het EHRM stelt dat het chilling effect dat optreedt als een journalist meewerkt aan het identificeren van een anonieme bron in deze zaak niet speelt. Volgens het EHRM zijn de algemene principes van het journalistieke brongeheim daarentegen wel van toepassing.
De bescherming van journalisten vervalt niet automatisch als een bron zichzelf bekend maakt. Wel kan dit het beschermingsniveau beïnvloeden.

Het EHRM concludeert dat het bevel van de Noorse rechter om Becker te laten getuigen disproportioneel was en niet noodzakelijk in een democratische samenleving. Dit maakt dat de Noorse rechter artikel 10 van het EVRM heeft geschonden.
De journaliste Cecilie Becker kan niet worden beschuldigd van illegaal handelen.