Haagse Rechtbank verklaart Nederlandse bewaarplicht ongeldig

Internet- en telecombedrijven zijn niet langer verplicht om informatie over communicatieverkeer op te slaan. De Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens maakte een te grote inbreuk op de privacy van Nederlanders die niet worden verdacht van een misdaad.

In de uitspraak stelt de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens buiten werking.
De bewaarplicht is in strijd met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het maakt een te grote inbreuk op het recht op eerbiediging van privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens.

De zaak was aangespannen door een groep maatschappelijke organisaties, waaronder de NVJ.

In april 2014 oordeelde het Europees Hof van Justitie dat de Europese versie van de bewaarplicht onwettig was. Veel landen staakten de opslag van verkeersgegevens, maar voormalig minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) vond dat de Nederlandse interpretatie van de Europese richtlijn in stand kon blijven.

Goed voor de journalistiek

De bewaarplicht brengt een risico voor journalistieke bronbescherming met zich mee en leidt tot chilling effects bij journalisten.

Otto Volgenant, een van de advocaten die namens de maatschappelijke organisaties optrad, noemt de uitspraak op Villamedia dan ook ‘een overwinning voor journalisten en advocaten die moeten kunnen rekenen op de vertrouwelijkheid van hun communicatie en een overwinning voor de privacy van alle burgers.’

Thomas Bruning van de NVJ noemt in een reactie de parallel met journalistieke bronbescherming.

De Tweede Kamer houdt op 25 maart een algemeen overleg over de bewaarplicht.